Uvala Osibova (Brač) – Vis

Vanochtend doen we rustig aan. Lekker zwemmen, uitgebreid ontbijten en de boot een beetje opruimen en inrichten. Daar hadden we gisterenavond namelijk geen zin meer in.

Pas tegen 10:15 uur gooien we onze lijn naar de wal los en halen we het anker op. Op de motor varen we de baai uit, maar eenmaal buitengaats vangen we al snel weer wind. Uit het zuidoosten dit keer, Jugo, ongeveer 9 knopen. We hijsen direct de zeilen en koersen 200 richting Vodnjak, de meest westelijke van de Pakleni Otoci. Al vrij snel zien we weer een groepje dolfijnen, waarschijnlijk dezelfde groep als gisterenavond.

In de daaropvolgende uren varieert de wind tussen 2 en 18 knopen. Boven de 12 knopen zijn we aan het werk, daaronder is het relaxt zeilen. We varen in de richting van Vis. Daar aangekomen verkennen we eerst de baai ten westen van de stad, Luka Rogačić. Die is erg druk, maar ziet er wel goed uit voor een verblijf (mits de wind niet uit het (noord)oosten komt).

Terwijl we de baai Viška Luka invaren twijfelen we nog of we aan zullen leggen of ankeren. Terwijl we het schip voorbereiden om aan te leggen vliegt een van onze stootwillen overboord. Een goede oefening voor een ‘man overboord’ situatie. In 16 tot 18 knopen wind drijft de fender snel af, maar bij onze derde poging redden we dit onfortuinlijke lid van de bemanning uit het water. Niet slecht, maar het moet eigenlijk wel beter…

We zien dat er in de haven van Vis inmiddels ook ankerboeien gelegd zijn. Rond 16:00 uur pikken we er eentje op. Vanwege de harde wind leggen we een dubbele lijn. De kosten zijn in onze ogen alleszins redelijk, men vraagt voor ons schip van 10,0 meter 100 Kuna (ongeveer EUR 14).

Later die avond nog het prachtige beeld van een grote veerboot die recht op ons bootje afvaart. Uiteraard draait hij op tijd af. Het wordt die avond erg druk in Vis.Tot ver na donker komen er nog jachten binnen. De kade en alle boeien zijn inmiddels bezet, dus de meesten proberen te ankeren. Dat valt nog niet mee, en enkele jachten raken op drift. Door de wind en de deining wordt het een onrustige nacht.

Marina Kaštela (Split) – Uvala Osibova (Brač)

Marina Kaštela is weer ontzettend warm. Door het gebrek aan wind loopt de temperatuur op tot zo’n 40 graden Celsius. Wel lijkt het iets rustiger dan twee jaar geleden. Ons schip blijkt bij controle weer piekfijn in orde, en nadat we onze bagage en boodschappen aan boord gebracht hebben maken wij dat wij wegkomen uit deze hitte.

Om 15:45 uur maken wij los van de steiger en varen de haven uit. Halverwege de baai Kaštelanski Zaljev steekt de wind op. Zuidwester, 12 tot 15 knopen. We hijsen snel de zeilen en genieten van de verkoeling die deze wind brengt. Met een snelheid van 5,5 tot 6,0 knopen varen we tussen Rt Marjan en Rt Čiovo door, de open zee op. We richten onze boeg wederom op Splitska Vrata, de doorgang tussen Šolta en Brač.

Omdat we geen zin hebben in de hoge tarieven van Lučice, waar we al vaker de eerste nacht doorgebracht hebben, verkennen we de twee andere grote baaien aan de zuidwestkant van Brač. De meest oostelijke, Uvala Maslinova, ziet er op de kaart het meest veelbelovend uit. Helaas blijkt deze in gebruik voor aquacultuur.

Wij gaan dus naar Uvala Osibova, de meest westelijke baai. Vlak voor de ingang van de baai zien we nog een groep van vier dolfijnen, waarvan één jong dier. Eenmaal binnen ankeren we vrij diep in de baai in 8 meter water, en zwemmen ook nog met een lijn naar de wal om onszelf daar aan een stevige boom vast te leggen.

De baai is erg diep, halverwege meten we nog steeds 20 meter water onder de kiel. In de loop van de avond ankeren er nog drie andere schepen. Door de diepte en omdat de baai vrij nauw is, is de ankerruimte beperkt.

Tegen 19:00 uur liggen we aangemeerd. We zwemmen nog een halfuurtje in het kristalheldere en lekker warme zeewater. Toch voelt het verfrissend, volgens onze thermometer is de buitentemperatuur op dat moment nog ruim 32 graden Celsius. Rond 20:00 uur is het donker en een uurtje later maken we ons bed op in de cockpit.